Boete wegens niet doen van aangifte
6 oktober 2022
Op grond van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen kan de inspecteur een boete opleggen aan een belastingplichtige die opzettelijk geen aangifte heeft gedaan voor een belasting die bij wege van aanslag wordt geheven.
Er is pas sprake van het niet doen van aangifte nadat de betrokkene:
- is uitgenodigd tot het doen van aangifte,
- de termijn daartoe heeft laten verstrijken, en
- de aangifte ook na aanmaning door de inspecteur niet heeft ingediend.
Dit betekent dat de inspecteur geen vergrijpboete voor het niet doen van aangifte kan opleggen als hij de betrokkene niet eerst op de voorgeschreven wijze heeft aangemaand om aangifte te doen. Volgens de Hoge Raad is dat ook niet mogelijk als de betrokkene wist dat hij verplicht was om aangifte te doen en hij de aangifte opzettelijk niet heeft gedaan binnen de termijn die is gesteld in de uitnodiging tot het doen van aangifte.
Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20221341, 21/02001 | 29-09-2022

Laatste berichten

Geld stallen bij dga is lening
Lees meer

Hoge Raad vraagt informatie van derden over hoogte belastingrente Vpb
Lees meer

Foutieve omschrijving maakt aanslag erfbelasting niet nietig
Lees meer

Geen acceptatieplicht contant geld voor de Belastingdienst
Lees meer

Consultatie initiatief wetsvoorstel Zelfstandigenwet
Lees meer